Opdracht
Bij de opslag van graan moet met tal van parameters rekening worden gehouden. Het gaat onder meer om het drogen en ventileren tot de producten klaar zijn voor opslag en het voorkomen van mycotoxinevorming door schimmels. De stijging van de temperatuur na het bereiken van de opslagtemperatuur is een belangrijk signaal. Het is een teken van het voorkomen van graankevers.
Een verhoogde temperatuur is ook een aanwijzing voor te veel vocht of een te hoog watergehalte in het graan. In dat geval begint de kieming en stijgt de temperatuur. Vocht in de silo werkt ook aantasting door ongedierte en schimmels in de hand. Bij brouwgerst zijn kieming en de kiemkracht van doorslaggevend belang voor het verdere proces, in tegenstelling tot wat bij andere graansoorten het geval is. Daarom moet de brouwgerst voldoende belucht worden.
Explosiegevaar
Temperatuurbewaking speelt bij dit type opslag een belangrijke rol. ATEX-goedkeuring is vereist voor de gebruikte temperatuursensoren. Vanwege het stof dat in graansilo's aanwezig is, worden deze beschouwd als explosiegevaarlijke gebieden.
Stof hoopt zich onvermijdelijk op in de loop van de bewerkings- en verwerkingsprocessen, als aanhangende deeltjes, als afslijting van de korrels en tenslotte als fijngemalen graanmeel. Deze stof - opgewerveld in de lucht - kan een explosieve atmosfeer vormen die in geen geval mag ontvlammen. Daarom moet niet alleen de eigenlijke productie-installatie, maar ook alle gebruikte meetapparatuur worden ontworpen en goedgekeurd conform de ATEX-richtlijnen. De kopruimte van silo's wordt in de meeste gevallen ingedeeld als zone 20, waarin bij normaal bedrijf een explosieve atmosfeer in de vorm van een wolk brandbaar stof in de lucht continu en gedurende lange tijd waarschijnlijk is.